'Bij SC Cambuur werd ik ziek, drie jaar had ik last van paniekaanvallen''

Jamal Akachar heeft een opmerkelijke loopbaan achter de rug. De Bredanaar was taxichauffeur en speelde bij de zaterdagamateurs van Ajax, totdat hij indruk maakte op John van 't Schip en Leo Beenhakker en plots zijn debuut maakte in de Amsterdam ArenA.

"Van t Schip heeft mij toen bij de beloften gehaald", vertelt de 'scorende taxichauffeur' tegenover Ajax Showtime. "Binnen een paar dagen moest ik gelijk spelen. Toen ik ook daar goed speelde en opnieuw scoorde, werd ik vast opgenomen in de selectie van Jong Ajax. Ik scoorde onder meer in de derde ronde van de Amstel Cup, die in de ArenA werd afgewerkt, tegen Willem II, waarvan wij uiteindelijk met 2-1 wonnen."

Akachar werd niet veel later zelfs doorgeschoven naar de eerste selectie, maar verder dan één competitiewedstrijd in de hoofdmacht kwam hij niet. "Het is allemaal snel gegaan, heel snel. Eerst begin je op een achterveldje tegen Breukelen met Zaterdag 1, niet veel later sta je met het eerste voor vijftigduizend man te spelen in de ArenA", aldus het voormalige talent, die twee seizoenen later in 2004 naar SC Cambuur vertrok.

"Daar werd ik ziek. Drie jaar had ik last van paniekaanvallen. Daardoor had ik niet meer de drive, daar is het misgegaan. Daarna heb ik nooit meer echt gevoetbald", blikt hij terug. "Als ik terugkijk en mezelf vergelijk met de jongens die nog wel voetballen, dan baal ik wel. Ik ga niet zeggen dat ik beter was, maar ik zat zeker op hun niveau. Je wordt niet in Ajax 1 opgesteld omdat je lief bent."